zondag 23 januari 2011

Zeventien februari tweeduizendenacht

… De man kwam dichter en Tom zag nu duidelijk zijn gezicht. Hij herkende hem ergens van maar kon de persoon niet direct een naam geven. De onbekende man zei, ‘jij bent een moordenaar, jij bent diegene die mijn kindje heeft gedood !’ Tom keek hem aan, ‘ik heb nooit iemand vermoord, ik ben een dokter ik ben er om mensen te helpen.’ ‘Abortus noem jij dat helpen?’ zei de man. Toen begon er bij Tom een belleteje te rinkelen… Die man dat was de man die zijn vrouw heeft vermoord omdat ze abortus had gepleegd, naar hem is de politie nog steeds opzoek. Tom voelde dat hij en de man niet de enige waren die op het kerkhof rondliepen. Hij keek om zich heen maar zag niets. De man haalde een mes boven en kwam steeds dichter. Tom probeerde de man te overhalen het mes op de grond te leggen maar hij luisterde niet. Onverwachts sprong Tom naar de benen van de man zodat hij zijn evenwicht verloor. Hij lag op de grond en kon niets meer doen, zijn mes lag enkele meters verder. Uit het niets kwam er politie te voorschijn. Ze waren hem al enkele dagen op het spoor en eindelijk hebben ze hem kunnen vatten.